Kleine haperende vluchten
Een ongewoon mooie roman over een vrouw die verdwijnt en haar man en dochtertje achterlaat.
Een architect en een schrijfster verhuizen naar een afgelegen plek. Het is een toevluchtsoord aan de rand van een onbedorven dorp waarvoor hij het nieuwe dorpscentrum heeft ontworpen. Zij hoopt er te kunnen schrijven, er iets uitzonderlijks te maken. Maar de stilte en de afzondering trekken algauw naar binnen. Ze gedraagt zich steeds dromeriger, onttrekt zich aan de wereld en dan verdwijnt ze. Spoorloos, terwijl hij achterblijft met hun dochtertje.
In een uitzonderlijke stijl en met een zeldzame precisie schetst Femke Brockhus het leven van dit jonge stel, waarin altijd al barsten zaten. Kleine haperende vluchten is een ontroerende en beklemmende roman over ouderschap, omgaan met verlies en het al te menselijke verlangen om te willen verdwijnen. Een boek dat in stilte overdondert.
Laat het stil zijn
Telkens dat gefluister; een zachte, eindeloze stroom lucht in de bedden rondom. Ik kijk naar Carmels gezicht terwijl ze slaapt. Ze grimast, rimpelt, fronst, schudt, tandenknarst en draait. Het zijn rituelen van afkeer.
Ik wil haar diep onder de grond stoppen en op een beter moment weer opgraven. Dat klinkt gruwelijker dan ik het bedoel.’
Ruth wordt met haar zusje Carmel dagenlang in een overvolle schouwburg vastgehouden. Na dagen van angst wordt hun tocht vervolgd. De bestemming: een rauw isolement met slopende rituelen. Te midden van alle ellende zoekt Ruth een uitweg. Alles voor Carmel.
Laat het stil zijn is een fragmentarische roman over herinneren en vergeten, over de ruimte tussen dromen en leegte en hoe ergens op de grens twee zussen moeder en dochter worden.